Antwoorden Leerling in Beeld B8 en M8
Deel 1 – B8
Rekenen 1
1 A
2 € 68
3 B
4 12%
5 2,1 kilogram
6 A
7 C
8 625 gram
9 B
10 25%
11 B
12 B
13 35
14 7 1/2 ( 7 3/6)
15 C
16 D
17 D
18 B
19 43
20 € 0,004
21 Om 19:32
22 0,225
23 890.990
24 C
25 112,5 m
Spelling 1
1 sneed
2 gelooft
3 voedt
4 gestudeerd
5 vindt
6 verkleedde
7 antwoordt
8 verwaarloosd
9 gewisseld
10 verlopen
11 C
12 D
13 B
14 C
15 A
16 mijn vader
17 om vijf voor half acht
18 rijdt
19 Om vijf voor half acht reed mijn vader de straat uit.
20 Om vijf voor half acht is mijn vader de straat uitgereden.
21 A
22 C
23 B
24 C
25 A
Dictee ter eigen beoordeling
Begrijpend lezen 1
1 A
2 1 niet goed genoeg kauwen; 2 te snel drinken
3 C
4 B
5 C
6 er achter aan duiken of het toestel als verloren beschouwen
7 C
8 Hij duikt naar verloren spullen
9 C
10 Hij haalde eens zijn hand open aan een gebroken glazen fles
11 Dankzij een droogpak en warme kleding eronder
12 de detector
13 dat hij altijd handschoenen draagt
14 C
15 dan hebben er veel mensen gezwommen en dus ook veel mensen iets verloren
16 B
17 C
18 A
19 600 miljoen jaar geleden
20 libelle
21 A
22 C
23 C
24 B
25 A
Rekenen 2
1 C
2 20%
3 B
4 C
5 C
6 1408 gram
7 21 rode snoepjes
8 A
9 4 m3
10 16 doosjes
11 2
12 6 stukken
13 5.600 meter
14 23,1
15 60,3
16 375 ml
17 2 2/3
18 F
19 D
20 8
21 30
22 70.000 mg
23 Korting: € 30; Nieuwe prijs: € 170
24 € 4,40
25 7
Spelling, grammatica en interpunctie 2
1 verblijdde
2 besloten
3 geleid
4 verslinden
5 baden
6 Zweet
7 stilgezeten
8 raadt
9 bevindt
10 schat
11 C
12 B
13 A
14 D
15 D
16 Bertus
17 Vorige maand
18 verbreedde
19 de weg naar zijn erf
20 Vorige maand heeft Bertus de weg naar zijn erf verbreed.
21 A
22 C
23 C
24 A
25 A
Dictee ter eigen beoordeling
Begrijpend lezen 2
1 D
2 C
3 C
4 B
5 B
6 ze
7 C
8 C
9 Saar en Mo
10 een verhaal (een verhalende tekst)
11 B
12 Omdat Mo er niet bij kan.
13 bijvoorbeeld: spiekt, ‘Psst’, sluipt, zenuwachtig, ‘Snel, verstop je onder het bureau’
14 Saar: heeft een kettinkje, Mo: draagt een bril (meer info is er niet uit het fragment te halen)
15 Lev. De zin: Lev kan elk moment terugkomen.
16 B
17 C
18 Die kan veel gewicht hebben
19 Takken schuin tegen de boom zetten.
20 De stevigste takken dragen het gewicht van de rest van de hut
21 C
22 D
23 B
24 A
25 C
Woordenschat 1
1 B
2 A
3 D
4 B
5 A
6 B
7 A
8 C
9 A
10 A
11 A
12 C
13 B
14 D
15 D
16 petitie
17 onenigheid
18 idealistisch
19 interieur
20 inspiratiebron
21 geometrisch
22 bobbelig
23 functioneel
24 woordenwisseling
25 onenigheid
Rekenen 3
1 64 blokken
2 C
3 9,019 – 9,09 – 9,091 – 9,9
4 72 minuten
5 10%
6 A
7 B
8 171 leden
9 90 km
10 82,5 m3
11 9285 likes
12 8 meter
13 € 1,20
14 18 m2
15 0,02
16 € 2,60
17 150000 cm2
18 24,6
19 90 minuten
20 1
21 Om 11.15 uur
22 18,4 °C
23 2/5
24 700.000
25 0,255
Spelling, grammatica en interpunctie 3
1 vergist
2 hoestte
3 kostte
4 gekost
5 verboden
6 hechten
7 verplicht
8 zette
9 doodde
10 verwond
11 A
12 C
13 B
14 D
15 D
16 Jack
17 veel trainingsuren
18 moet maken
19 Als topsporter moest Jack elke week veel trainingsuren maken.
20 Als topsporter heeft Jack elke week veel trainingsuren gemaakt.
21 B
22 A
23 B
24 C
25 A
Dictee ter eigen beoordeling
Begrijpend lezen 3
1 A
2 F
3 B en D
4 C
5 A
6 E
7 Politiek Suriname
8 B
9 C
10 A
11 Actuele collecties
12 C
13 Groepen
14 Tickets en tarieven
15 Restaurant
16 T-Rex
17 D
18 Omdat hun botten beter bewaard zijn.
19 Omdat hij dode dieren at, net als de aasgier.
20 B
21 C
22 Als een taal niet meer gesproken wordt, wordt dat een dode taal genoemd.
23 A
24 “Als een heel voorbeeld werd uitgemoord, verdween als vanzelf ook hun taal” is een voorbeeld van het uitsterven van een taal; “Dat kan gebeuren als een volk tweetalig wordt” is een voorbeeld van het niet meer gebruiken van een taal; “Engels of Spaans” zijn voorbeelden van een andere taal; “Latijn” is een voorbeeld van een dode taal die nog wel gebruikt wordt; “rechten en geneeskunde” zijn voorbeelden van studies die een dode taal gebruiken.
25 Latijn is een dode taal, maar wordt nog wel gebruikt.
Rekenen 4
1 B
2 12 meter
3 1/4
4 126 ijsjes
5 B
6 11b
7 46
8 11 januari
9 4
10 4 leerlingen
11 € 34,50
12 2,5
13 € 1.050
14 8 emmers
15 1.000 en 100
16 4,5 liter
17 3
18 30303
19 80000 dam2
20 D
21 8000 dm3 zand
22 60 m/s
23 € 8,40
24 4.444.333
25 3 3/5
Spelling, grammatica en interpunctie 4
1 geschud
2 gespied
3 antwoordt
4 kruidde
5 kruidt
6 aarden
7 benijd
8 schiet
9 zuigt
10 weegt
11 A
12 D
13 D
14 A
15 B
16 Yusuf
17 verzorgt
18 de hond van Carla
19 Yusuf verzorgde de hond van Carla
20 Yusuf heeft de hond van Carla verzorgd
21 A
22 C
23 B
24 A
25 C
Dictee ter eigen beoordeling
Begrijpend lezen 4
1 vleesetende planten
2 D
3 insecten, zoals vliegjes
4 De kaken klappen dicht en het insect kan geen kant meer op.
5 D
6 D
7 A
8 B
9 Tomaat
10 B
11 uitlegtekst of informatieve tekst
12 B
13 Robert Peary
14 B
15 B
16 Charles Hall
17 Toen bereikten Peary en Henson de Noordpool.
18 Robert Peary
19 D
20 Wally Herbert
21 A
22 C
23 A
24 B
25 Mijn papegaai en ik en Papegaai van A tot Z
Woordenschat 2
1 C
2 B
3 C
4 D
5 A
6 D
7 B
8 C
9 A
10 D
11 C
12 C
13 A
14 A
15 D
16 B
17 A
18 B
19 D
20 C
21 de verwantschap
22 Harmonieus
23 partner
24 erven
25 pleegzorg
Deel 2 – M8
Rekenen 1
1 B
2 A
3 C
4 375.000
5 25%
6 € 6.500
7 18,2
8 82,8
9 4660 meter
10 € 6,50
11 27
12 1 1/3
13 € 5,55
14 € 3.740
15 165
16 1,2
17 26
18 900 liter
19 21,2 °C
20 40%
21 1 5/6
22 1 minuut over 11 uur / 11:01
23 170 stukken
24 39 groepen
25 63 treden
Spelling 1
1 vergeten
2 geblazen
3 reeg
4 ligt
5 weet
6 zwerft
7 klimt
8 verzoekt
9 geschud
10 schoot
11 C
12 D
13 B
14 D
15 A
16 Cindy
17 heeft gegeven
18 haar nieuwe telefoonnummer
19 Cindy gaf ons haar nieuwe telefoonnummer.
20 Cindy geeft ons haar nieuwe telefoonnummer.
21 A
22 B
23 A
24 B
25 C
Dictee ter eigen beoordeling
Begrijpend lezen 1
1 C
2 C
3 D
4 C
5 A
6 Frans duwt twee grote bladeren aan de kant, veegt het zweet van zijn voorhoofd; Een tijger komt uit de struiken tevoorschijn; Ik had nooit zonder gids de jungle in moeten gaan
7 Dat hij zonder gids de jungle in is gegaan
8 B
9 Een reclametekst
10 1 Geen vliegtuigen; 2 Geen internet
11 de Podiumkrakers
12 welgesteld, rijk.
13 Dat hij een rijke man is die een weddenschap afsluit
14 Stoelen vooraan en een gratis drankje
15 A
16 C
17 C
18 A
19 A
20 1 lawines; 2 vallend gesteente
21 Een Britse beklimmer die in 1865 de Matterhorn beklom
22 In de Zwitserse Alpen, vlakbij de Italiaanse grens
23 C
24 glas
25 zevenduizend jaar geleden
Rekenen 2
1 B
2 55
3 € 24.480
4 € 56,25
5 1470 km
6 119.999
7 320.000
8 100,99
9 A
10 8 uur en 39 minuten
11 € 851,50
12 33,01
13 1587
14 4.400
15 7497
16 240 bekers
17 B
18 A
19 € 1177,50
20 C
21 A
22 1000; 100
23 170 centimeter
24 20%
25 B
Spelling 2
1 C
2 B
3 A
4 D
5 D
6 A
7 B
8 C
9 B
10 A
11 C
12 A
13 C
14 B
15 A
16 In, op, in
17 kleine
18 zoals
19 Mijn
20 je (jouw = bezittelijk voornaamwoord)
21 Tom
22 heeft gedaan
23 een appel
24 Tom deed een appel in plaats van een koek in zijn trommel.
25 Tom doet een appel in plaats van een koek in zijn trommel.
Begrijpend lezen 2
1 In 1984 door Motorola
2 1989-2000 (1990-1999 mag ook goed worden gerekend)
3 Nokia en BlackBerry
4 2007
5 B
6 Bijvoorbeeld: Je kan er je ouders mee appen dat je bij een vriendje spelen bent, je kan er sommen mee uitrekenen, informatie mee opzoeken of gewoon lekker een filmpje kijken of spelletje spelen; Deze was ongeveer zo groot als een baksteen.
7 C
8 BlackBerry
9 B
10 zodat
11 B
12 C
13 A
14 A
15 A
16 D
17 Omdat ze veel energie nodig hebben en er in bamboe weinig energie zit.
18 C
19 C
20 B
21 B
22 A
23 D
24 sinaasappel: vitamine C; banaan: mineralen (die goed zijn voor ja hart); framboos: antioxidanten.
25 Dat je mooie drollen krijgt.
Woordenschat 1
1 B
2 B
3 C
4 B
5 B
6 A
7 C
8 A
9 C
10 C
11 nonchalant
12 benadrukken
13 sprekend
14 portret
15 pittig
16 het postuur
17 imposant
18 kenmerkend
19 het silhouet
20 onverschillig
21 B
22 C
23 A
24 B
25 D
Rekenen 3
1 60 plaatjes
2 15 plaatjes meer
3 2/8 = 1/4
4 B
5 4 poffertjes
6 4 2/4 = 4 1/2
7 € 0,55
8 02:35
9 Om 12:25 uur
10 € 5184
11 3
12 200 cm
13 5% minder
14 37.000
15 C
16 5,22
17 5,53
18 5,2
19 14:11,98
20 364 kilo vis
21 600 dm2
22 €4
23 E
24 30
25 B
Spelling 3
1 D
2 A
3 A
4 A
5 D
6 B
7 C
8 D
9 B
10 C
11 D
12 D
13 A
14 B
15 D
16 verzoekt
17 verzocht
18 geklommen
19 verslonden
20 geweten
21 gelegd
22 reeg
23 bliezen
24 sprintte
25 wisselt
Begrijpend lezen 3
1 A
2 C
3 Ze gooiden met voedsel of stenen
4 B
5 A
6 Daar gebeuren ook dingen die nog niet kunnen.
7 Lijken op een tunnel, maar kunnen ook plat zijn.
8 D
9 9,5 biljoen kilometer
10 A
11 A
12 Een plek in de ruimte waar de zwaartekracht alles naar zich toetrekt.
13 C
14 25 km
15 manen
16 een explosie van een ster
17 C
18 C
19 A en D
20 oranje
21 Demonstraties in de hoofdstad
22 B
23 E
24 B
25 C
Rekenen 4
1 B
2 € 16,50
3 1691 m
4 D
5 A
6 D
7 2703
8 177 km
9 11 1/8
10 € 20
11 3000 hm3
12 € 787,50
13 € 2
14 € 345,50
15 0,75
16 2.000 dm3
17 225 ml
18 30 uur
19 Junistad
20 B
21 19 m2
22 1102
23 € 7,05
24 2400 gram
25 6,5 m
Spelling 4
1 na de zomervakantie
2 Cynthia
3 gaat
4 zijn nieuwe adres
5 ons
6 Douwe
7 heeft gegeven
8 is geworden
9 eerste
10 Trijntje
11 C
12 A
13 A
14 B
15 B
16 A
17 C
18 A
19 A
20 B
21 Zij
22 haar
23 hebben gegeven
24 hebben
25 verse
Begrijpend lezen 4
1 D
2 B
3 mening
4 Het ondertekenen van het Kinderrechtenverdrag van de VN
5 D
6 1 klimaat; 2 jeugdzorg; 3 onderwijs
7 meekijken met de Tweede Kamer en soms advies geven
8 België
9 Eigen beoordeling. De mening moet onderbouwd zijn met informatie uit de tekst, zoals de jeugdraad en het meedenken en meebeslissen op niveau van gemeente en/ of provincie. Er moeten argumenten gegeven worden voor de mening.
10 C
11 A
12 B
13 Halloween is een feest waar het om griezelen draait.
14 Halloween moet voor iedereen leuk zijn.
15 Eigen beoordeling. Onderbouwing is belangrijk.
16 De maan is (40 miljoen jaar) ouder dan gedacht werd.
17 Door het onderzoeken van kristallen.
18 A
19 Er een roofvogel aankomt.
20 Ze doen zich voor als een gevaarlijk dier.
21 C
22 B
23 B
24 De zwarte weduwe en de valse weduwe
25 een informatieve tekst (uitlegtekst)
Woordenschat 2
1 C
2 C
3 A
4 D
5 A
6 A
7 B
8 A
9 B
10 D
11 A
12 B
13 C
14 D
15 B
16 A
17 C
18 C
19 D
20 C
21 C
22 innovatief
23 profijt
24 onrealistisch
25 operationeel