Antwoorden Cito-toets M8

Antwoorden “Cito-toets M8”

Rekenen 1

1 Hij koopt ePhone 7b bij Phone Office

2 1 1/7

3 17002

4 200 meter

5 16,2 – 4,12

6 00:20 UUR

7 200 cm

8 1000 cm

9 5 dag

10 6:38 uur

11 7%

12 7,018

13 7/10

14 12 minuten

15 27 mensen

16 D

17 C

18 A

19 25,2

20 60,07

21 32,1

22 33,33%

23 25%

24 1,111

25 9,75

 

Spelling 1

1 C

2 D

3 A

4 D

5 B

6 A

7 A

8 B

9 E

10 C

11 B

12 A

13 C

14 C

15 B

16 zijn

17 Nathan

18 lange

19 gaf

20 een lange uitleg over zijn kruidentuin

21 B

22 C

23 C

24 D

25 C

 

Rekenen 2

1 245,2

2 45,8

3 B

4 € 1,05

5 € 170

6 22,5 km/u

7 1,8

8 2 hg

9 D

10 D

11 2,041

12 6 uur

13 700

14 25

15 16 februari

16 D

17 40 meter

18 24 kinderen

19 33,129

20 9

21 2 6/7

22 6 cm

23 € 44,85

24 C

25 A

 

Begrijpend lezen 1

1 De wolf

2 A

3 A

4 Hazen en konijnen

5 Naam: Bert Sanders; Argument: Ik ben veel schapen verloren door de wolf. Die heeft hier niks te zoeken.

6 Naam: Nico Swinnen; Argument: Vroeger woonden er veel wolven in Nederland. Dat beest hoort hier.

7 1 De gevallen waarin wolven mensen aanvielen zijn op één hand te tellen; 2 De gevallen vonden niet in Nederland plaats

8 B

9 B

10 C

11 1 knaagdieren; 2 reeën; 3 vogels; 4 vis; 5 visseneieren (extra: zwijnen)

12 Eigen beoordeling. Bijvoorbeeld 1 De wolf kan vijftig kilometer per nacht afleggen; 2 Wolven zijn groepsdieren; 3 Wolven jagen op kwetsbare prooien; 4 Wolven leren  van jongs af aan vechten.

13 D

14 informatieve tekst

15 D

16 B

17 C

18 Omdat ze last hebben van de kou

19 zoals

20 B

21 Waarom steekt een struisvogel zijn kop in het zand?

22 C

23 uit een encyclopedie van ruim 800 jaar oud

24 de struisvogel(s)

25 C

 

Spelling 2

1 C

2 B

3 A

4 D

5 A

6 D

7 D

8 B

9 A

10 C

11 begint

12 bederven

13 begraven

14 bedroog

15 verleiden

16 bezette

17 spuiten

18 verboden

19 omsmelten

20 verrichte

21 Luca (en ‘hij’)

22 drie

23 hartige

24 toetje, pannenkoeken

25 want

 

Rekenen 3

1 19 liter

2 10.000 meter

3 14 juli

4 1001,1

5 1800 gram

6 € 12

7 5 meter

8 1 2/3

9 € 250.000

10 200

11 B

12 3

13 73 minuten

14 4

15 2101

16 46 teams

17 10:25 uur

18 7 2/7

19 € 5

20 B

21 30%

22 150 cl

23 6:58 uur

24 H

25 A

 

Studievaardigheden 1

1 B

2 graaf – graag – graffiti – grafiek

3 goederen – golf – gooien – gorgelen

4 keuken – keuren – keus – keuze

5 kiem – kien – kiepen – kies

6 kinderachtig – kinderdagverblijf – kinderstoel – kinds

7 schijf – schijfje – schijnwerper – schildwacht

8 schelp – schema – schemer – schemering – schemerlamp

9 school – schoonmoeder – schoonvader – schoorsteen – schoot

10 slab – slachten – slagader – slagzin – slak

11 deel 2

12 deel 3

13 deel 7

14 deel 3

15 D

16 A

17 B

18 15 minuten

19 5 minuten

20 bewegingsonderwijs, Nederlands en creatieve vorming

21 D

22 D

23 4 tussenuren

24 A

25 lokaal 05

 

Woordenschat 1

1 D

2 D

3 A

4 B

5 B

6 D

7 C

8 A

9 B

10 C

11 C

12 B

13 A

14 B

15 A

16 B

17 A

18 D

19 D

20 C

21 D

22 B

23 B

24 B

25 A

 

Spelling 3

1 D

2 A

3 D

4 B

5 A

6 A

7 B

8 A

9 D

10 D

11 betraden

12 sleet

13 rijdt, mee

14 redde

15 gered

16 verbindt

17 tuitte

18 begroot

19 proest

20 rusten

21 Zij

22 zonnig

23 terwijl

24 winkels, terras

25 op

 

Begrijpend lezen 2

1 A

2 C

3 Om te beginnen

4 D

5 1 Het schoolplein netjes en verzorgd houden; 2 Meer toestellen voor alle kinderen; 3 Auto’s niet te hard laten rijden

6 C

7 Eigen beoordeling. Bijvoorbeeld: Voor: Irem  heeft mooie plannen voor veiligheid; Tegen: Wie zijn er nog meer om op te stemmen? En welke plannen heeft ze precies voor de veiligheid?

8 A

9 B

10 1 Vlees is voedzaam en bevat eiwitten; 2 Vlees maakt deel uit van een gezond voedingspatroon

11 1 Vlees eten is zielig voor de dieren; 2 Vlees zorgt voor ziektes in volle stallen; 3 Vlees is milieuvervuilend

12 Eigen beoordeling. Voorwaarde is dat er een argument wordt genoemd voor de mening.

13 C

14 A

15 Nieuws over het weinige lezen van kinderen.

16 Ik vind dat

17 Zoals

18 1 De tijd is veranderd; lezen deed je vroeger; 2 We hebben nu andere manieren om de tijd te doden; 3 Kinderen leren andere vaardigheden die belangrijk z ijn.

19 C

20 1 cactussen; 2 pinata

21 C

22 B

23 B

24 ‘ontvang je je gasten met Mexicaanse muziek’ leidt muziek in en ‘Dan heb je zelfs live muziek’ heeft betrekking op mariachi band.

25 kleurrijk, warm en tropisch

 

Rekenen 4

1 0,19 liter

2 6:23 uur

3 66,7% (66,66%)

4 € 10.750

5 4/15 – 1/3 – 2/5 – 5/10

6 38

7 700 cm2

8 4

9 0,002

10 A

11 125 Flash coins

12 D

13 C

14 25%

15 2996,97

16 20%

17 8.568

18 20 bekertjes

19 25 keer

20 38 meter

21 30%

22 € 2,15

23 30 cm

24 375.000

25 D

 

Spelling 4

1 A

2 B

3 C

4 D

5 A

6 C

7 A

8 B

9 C

10 B

11 liftte

12 pleitte

13 bestraten

14 fruitte

15 haastte

16 spotten

17 biechtte

18 verzachtte

19 dichten

20 mest

21 A

22 C

23 C

24 B

25 B

 

Studievaardigheden 2

1 D

2 B

3 A

4 C

5 113

6 Tussen Pasen en Pesach

7 reuk

8 D

9 D

10 De mens

11 B

12 C

13 D

14 Pionnen

15 D

16 D

17 Klimop

18 332

19 In 2024

20 In 2024

21 B

22 212 leerlingen

23 els – emoticon – emotie – emotioneel

24 gordel – gordijn – gorgelen – gorilla – goud – goudvis

25 hunkeren – huppelen – hut – hyacint – hyena – hygiëne

26 ongemak – ongenoegen – ongerust – ongeval – onheil

27 onnozel – onpasselijk – onraad – onschuldig – ontbijt

28 oase – ober – obsessie – oceaan – ochtend

29 theater – thee – theedoek – theologie – therapie

30 spreekbeurt – spreekuur – spreekwoord – spreeuw – sprei – spreiden

 

Woordenschat 2

1 C

2 A

3 A

4 C

5 D

6 C

7 C

8 B

9 D

10 D

11 A

12 D

13 B

14 A

15 D

16 C

17 A

18 A

19 B

20 A

21 A

22 D

23 C

24 C

25 C